|
|
Overijse
is een ruim opgezette en groene Vlaamse gemeente ten zuidoosten van
Brussel. De oude kern van de gemeente ligt aan de rivier de
IJse.
Vandaar de naam uiteraard. De rest van de gemeente bestaat uit ver
uitgewaaide villawijken naar alle richtingen. Overijse is officieel
Nederlands sprekend en doet verwoede pogingen om aan haar identiteit vast te houden.
De gemeente bestaat uit een aantal verschillende woonkernen: Overijse,
Jezus-Eik, Terlanen, Maleizen, Tombeek, en Eizer. De laatste vier
kernen nog immer solide Vlaams.
Overijse ligt in het midden van de zogenoemde druivenstreek. Veel
druiven worden er niet meer geproduceerd, maar zijn er
voornamelijk prachtige serristenwoningen als architectonische fossielen
te bewonderen van de lange periode dat de druiventeelt in serres zeer
belangrijk was voor de economie van Overijse. De druiventeelt in de
heuvels creerde een grote bloeitijd voor Overijse die cumuleerde in een
hoogtepunt in 1927 vlak voor de Grote Crisis. Daarna ging het met
horten en stoten bergafwaarts met de serrehouders. Vandaag de dag wordt
slechts mondjesmaat de nobele druif als middel om welvaart te creeren
ingezet.
Een ander feit waaraan niet mag worden voorbijgegaan is dat een van de grote zonen van het Nederlandse taalgebied, Justus Lipsis,
geboren werd in Overijse en er opgroeide. Deze geniale wetenschapper
en opportunist leefde en werkte in verschillende gedeeltes
van Europa. Iets dat de Europese Commissie mede inspireerde om een
belangrijk gebouw in Brussel waarin de Raad van de Eurpese Unie zetelt,
het Justus Lipsius Gebouw te noemen. |
|
Overijse kent weliswaar veel Europese
migranten en Franstalige inwijkelingen, maar het grote aantal mensen
met de Nederlandse nationaliteit, zij maken iets meer dan 5 % van de
bevolking uit, weegt zwaar op de taalbalans in deze
gemeente. Het totale percentage buitenlanders in Overijse is met zo'n
20 procent significant, maar is voor Brusselse normen aan de lage kant.
De almaar uitdijende Euro-industrie in Brussel zal de komende jaren
voor een toestroom van migranten naar Belgie zorgen, waarvan een deel
dan weer in Overijse terecht zal komen.
Het
proces dat we eerder hebben gezien in Tervuren is zich in Overijse aan
het herhalen. De Vlaming casht en verkoopt zijn huis voor een goede
prijs. Hij gaat verder de provincie in wonen, waar hij voor veel minder
geld terecht kan. Voor Europese families uit veel landen, maar niet
alle, zijn de Belgische onroerend goed prijzen laag, en zij zien zo
kans om voor relatief weinig geld een villa te verwerven in een rustige
en groene omgeving, met goede scholen in de buurt, en ruimte genoeg
om 2, 3, of 4 kinderen een heerlijke en zegenrijke opvoeding te
garanderen. De buitenlanders leven geconcentreerd in bepaalde gedeeltes
van Overijse, maar ook dat zal zich als de spreekwoordelijke olievlek
over de andere gedeeltes van de gemeente uitspreiden.
De verfransing
van Overijse zal in absolute zin teruglopen, doordat ook veel
Franstalige Belgen uit het Brusselse niet kunnen en/of willen
concurreren met kapitaalkrachtige Italianen, Duitsers, Nederlanders, en
Britten. Franstalige Belgen zullen zich de komende jaren meer en meer
op de goedkopere randgemeentes in het noorden en westen gaan richten.
De verfransing in politieke zin zal waarschijnlijk wel doorgaan doordat
de Vlaamse partijen, door de befaamde Vlaamse in-zichzelf-gekeerdheid,
traditioneel er niet in slagen om buitenlanders in hun rangen te
incorporeren, en deze te bewegen voluit deel uit te maken van een
Nederlandstalige samenleving en politiek landschap.
|
|
Het
centrum van Overijse moet voor iedere enthousiaste bewoner van een van
de villawijken een regelrechte telleurstelling zijn. Een kleine vaak
uitgestorven winkelstraat met en mix van, het moet gezegd, een aantal
jonge hippe ondernemers met dito winkels, maar ook een aantal winkels
waar de oubolligheid vanaf druipt. Door het stratenpatroon en het
sterke plaatselijk hoogteverschil, gecombineerd met een zeer smalle
strook tegels die voor voetpad door moet gaan, wordt een genoegelijke
en ontspannen wandeling door Overijse een onbereikbare droom.
Gevaarlijk ook, door het drukke verkeer dat zich door de straten heen
perst. Zeker door de vele villawijken en het gebrek aan serieus
openbaar vervoer is Overijse bij uitstek een gemeente die zich leent
voor koning auto. Maar ook voor de auto is het geen onverdeeld genoegen
zich door Overijse te verplaatsen. Een stadje met bijna 25.000
inwoners, en een hoog gemiddeld gezinsinkomen verdient toch iets
anders.
|
|
Burgemeester van Overijse is een lid van
OV2002, Dirk Brankaer, die een coalitie van CD&V, NVA,
en de lokale partij OV2002 leidt. De naieve maar hard werkende Brankaer
is een fiscaal conservatief en verzet zich tegen elke
belastingverhoging. Hij is mede gekozen op een platform van
anti-verstedelijking dat een speerpunt was van de lokale partij OV2002
tijdens de laatste verkiezingen. Het resultaat is dat Brankaer er alles
aan doet om het aantal bouwgronden en bouwprojecten voor beter
gesitueerden tegen te houden of in te dammen. Met als achterliggend
idee het contingent franstaligen binnen de perken te houden. Aan de
andere kant vindt er sociale woningbouw plaats met de impliciete
bedoeling "arme Vlamingen" voor Overijse te behouden, en zodoende het
Vlaamse karakter te waarborgen. Een naieven en gevaarlijke strategie om
een aantal redenen. Het is uiteindelijk moeilijk en controversieel om
nieuw opgeleverde woningen exclusief te bestemmen voor leden van een
bepaalde taalgroep. Het tweede probleem is dat men vaak ziet dat de
groep voor wie deze projecten bestemd zijn, het onder de marktprijs
verkregen onroerend goed, zo snel mogelijk doorverkoopt op de vrije
markt, en er alsnog naar een andere gemeente van door gaat. Een derde
misrekening zou kunnen zijn dat men door het accent op goedkope
woningen te leggen, de exclusieve reputatie van Overijse, althans voor
gedeeltes daarvan, onderuit haalt, zodat zij minder aantrekkelijk wordt
voor veel kapitaalkrachtige anderstaligen, maar wel weer aan
aantrekkingskracht gaat winnen voor de minder kapitaalkrachtige
Franstalige Belgen, die juist de laatste vijf jaar niet meer kunnen
concurreren met anderstaligen in het hogere segment van de
woningmarkt.
Brankaer slaagt er evenmin in om Overijse zo aantrekkelijk te maken dat
er weer Vlaamse immigratie plaats gaat vinden. Aan de ene kant is
het centrum van Overijse een ramp, en doen alle Overijsenaars hun
noodzakelijke boodschappen aan de wanstaltige maar wel zo gemakkelijke
Brusselsesteenweg. Terwijl het funshoppen wordt bewaard voor Brussel,
Waver, of Tervuren. En aan de andere kant heeft de Vlaming in zijn
algemeenheid wel weet van de prijs van een onroerend goed, maar geen
enkel idee van de waarde. Ergo hij verhuist liever verder de provincie
in, "want daar is het goedkoper". Dat de waarde van een woning in
sterke mate bepaald wordt door lokatie is nog een relatief onbekend
fenomeen in Vlaanderen.
De fysieke onaantrekkelijkheid van het centrum van Overijse kunnen we
Brankaer gedeeltelijk verwijten, de Vlaamse volksaard met betrekking
tot het migreren naar andere goedkope streken, uiteraard niet. |
|
© 2008 Estaval
|
|
|