|
|
Vilvoorde,
sommigen zeggen liever in het Frans Vilvorde,
is een industriele Vlaamse gemeente ten noorden van Brussel. Ze ligt
aan het kanaal van Willebroek. Door de prominente aanwezigheid van
zware infrastructuur zoals dit kanaal, de altijd drukke E19 naar
Antwerpen, de vele fabrieks -en opslagloodsen, en natuurlijk het
befaamde kilometerslange en torenhoge viaduct van de Ring van Brussel,
ontstaat visueel en soms ook hoorbaar onvermijdelijk de associatie met
een zwaar industrieel gebied. Ook al is veel van die industrie al lang
verplaatst (zie de Renault affaire), vaak blijft het oude onroerend
goed nog jaren verloederd en ongebruikt staan.
De nadrukkelijke aanwezigheid van talloze bedrijven heeft de
gemeente economische voorspoed gebracht. Maar de eerste industriele
ontikkeling van de regio Vilvoorde bracht ook met zich mee dat de
supplementerende infrastructuur afgestemd werd op de arbeiders die de
fabrieken en loodsen bevolkten. Veel nauwe en grauwe straten met kleine
goedkoop gebouwde huizen aan weerszijden. De gebruikelijke
weerspiegeling van het arbeiderskarakter. De notabelen van de gemeente,
die een flinke bevolkingsgroei doormaakte van 1920 tot 1970, hadden hun
eigen stijlvolle meesterwoningen (veel uit de jaren dertig). Maar deze
lokale elite was getalsmatig uiteraard ver in de minderheid. En deze
mooie woningen dus
ook. De algehele indruk van Vilvoorde is er dan ook niet een die direct
tot grote vrolijkheid stemt.
De pogingen van het gemeentebestuur om het centrum van Vilvoorde een
aangezicht, vitaliteit en uitstraling te geven die hoort bij de
toegenomen welvaart mislukten grotendeels. De N1 bijvoorbeeld, dat is
de weg die Vilvoorde doorsnijdt, werd niet ondertunneld maar versmald,
wat tot meer verstopping leidde. Het aansluitende stratenpatroon werd
niet aangepast. Nauwelijks werden echte voetgangersgebieden gecreeerd.
Vaak werd en wordt gekozen voor halfslachtige stedebouwkundige
oplossingen. Goedkoop was weer eens duurkoop. Positieve uitzondering is
de renovatie van de in het oog springende panden in het centrum die
serieus ter hand werd genomen. |
|
Actueel
"probleem" in Vilvoorde is de door veel Vlamingen gevreesde
verfransing. Het deel van de gemeente Vilvoorde dat binnen de grote
Ring van Brussel ligt, genaamd Beauval/Het Voor , langs de
Romeinsesteenweg, is al overwegend franstalig sinds de jaren zestig.
Tot de helft van de jaren negentig ging de verfransing langzaam omdat
er nauwelijks villaverkavelingen zijn in Vilvoorde, en het met name de
Franstalige middenklasse uit Brussel was die tot deze tijd de hoofdstad
verliet op zoek naar een huis met een ruime tuin. Wat er wel is in
Vilvoorde is een groot patrimonium aan kleine en goedkope woningen.
Toen aan het einde van de vorige eeuw de prijzen enorm begonnen te
stijgen in de hoofdstad, werden deze woningen een aantrekkelijk doelwit
voor een economische onderklasse uit het Brusselse. Vaak tweede en
derde generatie immigranten. En vaak alleen in het Frans school
gelopen. Zij zijn het die geen huis konden of wilden kopen voor de hoge
prijzen die gevraagd werden in Molenbeek, Laeken, de Vijfhoek, Jette,
of Schaarbeek, maar wel het typisch Belgische verlangen in zich droegen
om een woning te verwerven. Bakstenen in de maag. Zo rukt de
verfransing in Vilvoorde op vanuit de arbeiderswijken, in plaats
van vanuit de villakwartieren. Interessant omdat dit een proces is dat
omgekeerd is aan de ontwikkeling in Kraainem, Wezembeek , en Rode, waar
de verfransing plaatsvond vanuit de chique wijken en de Vlamingen hun
bastion hadden en hebben in de buurten met de kleine en eenvoudige
woningen. Het migratiepatroon van Vilvoorde vertoont een opvallene
gelijkenis met dat van buurgemeente Zaventem.
Of de verfransing doorzet is nog maar de vraag, daar juist de groepen
franssprekenden die in Vilvoorde komen wonen (zelf vaak migranten) een
groter aanpassingsvermogen lijken te kennen dan hun autochtone
taalgenoten. Het feit dat de instructietaal op alle scholen in
Vilvoorde het Nederlands is zou een steentje bij kunnen dragen tot
snelle integratie of zelfs assimilatie. Daarentegen vormt het feit dat
traditionele Vlaamse partijen vaak onbeholpen en bijna autistisch
omgaan met immigranten weer een extra risico voor die snelle
integratie. Het feit dat Vlamingen en alle Vlaamse partijen consequent
worden afgeschilderd als rascisten, of in ieder geval er tegenaan
schurkend, in bijna alle (Belgische) Franstalige media, helpt ook
niet.
Een element dat, sinds er duizenden Spanjaarden in de jaren vijftig
naar Vilvoorde kwamen, allen geassimileerd overigens, goeddeels
ontbreekt in de huidige demografische situatie is de grote
groepen kapitaalkrachtige Europeanen die de Oost-Rand en Zuid-Rand van
Brussel onveilig maken. Deze groepen wegen in voornoemde gebieden zwaar
op de demografie en later misschien op de politieke situatie. |
|
Met maar liefst een kleine 38.000 inwoners, is
Vilvoorde een van de groter gemeentes in de Rand. Buiten de kern van
Vilvoorde bestaat de gemeente ook nog uit de dorpjes Peutie, Houtem ,
en Koningslo. Sinds de intocht van Jean-Luc Dehaene was het inwonertal
weer stijgende, alhoewel hier niet noodzakelijkerwijs een oorzakelijk
verband in moet worden gezien.
Vilvoorde kent nogal wat greenfield en brownfield sites die uitstekend
zouden kunnen worden ingevuld met nieuwe woonwijken. Vergunningen
worden echter mondjesmaat afgegeven want de angst voor verfransing zit
diep. Die angst liet zijn lelijke gezicht ook zien door het opleggen
van (Nederlandse) taaltesten aan nieuwe bewoners voor goedkope
bewoners. De effectiviteit van zo'n test en de juridische haalbaarheid
even daargelaten, deze gemeentemaatregel laat vooral het gebrek aan
zelfvertrouwen en het gebrek aan creativiteit zien van de
executieve van de gemeente en het Vlaamse bevolkingsdeel. Ook al mogen
de franstaligen niet geheel worden vrijgepleit voor deze, in de grond
abjecte, maatregelen door de gemeente Vilvoorde, daar zij voortdurend
de grenzen van Brussel ter discussie stellen, en daarmee met het
zware middel van annexatie dreigen. |
|
In 2007 werd Marc van Asch de nieuwe burgemeester van
Vilvoorde. Hij was daarmee de opvolger van de befaamde bourgondier
Jean-Luc
Dehaene, ooit minister-president van Belgie. Jean-Luc Dehaene een
letterlijk en figuurlijk vleesgeworden compromis die zijn
veronderstelde provincialisme altijd zorgvuldig cultiveerde en via een
intensieve discussie met vele zijpaden altijd wel voor ingewikkelde
bestuurlijke problemen een , vaak nog ingewikkelder, oplossing
tevoorschijn wist te toveren. Deze Dehaen was de beste man op de plaats
toen na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000, nadat hij in de
verkiezingsperiode gewikkeld was in een regelrechte politeke oorlog met
de liberaal Willy Cortois, de francofone gemeentelijke facties zover
bleken te zijn opgerukt na deze gemeentelijke verkiezingen dat lange
praatsessies noodzakelijk waren om twee FDF raadsleden te laten
overlopen naar de Vlaamse kant. Het betrof hier Monique Gob-Devuyst die
direct maar naar de Vlaamse christendemocraten overliep, en Jean-Pierre
Vermote die zitting nam als onafhankelijk raadslid. Het was voor
Dehaene de enige manier om zelf burgemeester te worden, dus de
liberalen uit te sluiten, en tevens het cordon sanitaire niet te breken
en het
Vlaams Belang (toen nog Blok) buiten de deur te houden. Dehaene kreeg
veel kritiek, maar slaagde wel in zijn missie. |
© 2008 Estaval
|
|
|